Karrenoptocht in Essen
Waar moesten we naartoe in het weekend van 4 juni? Zelf mennen zat er door omstandigheden niet in dit weekend. Dan maar iets anders zoeken , maar natuurlijk wel iets met paarden en aanspanningen. In de krant had ik die week ergens gelezen dat er in Essen een Karrenmuseum was en dat er dit weekend een optocht met die oude antieke karren gereden werd. Dus met zijn allen in de auto richting Essen.
Het Karrenmuseum was makkelijk te vinden in de Moerkantsebaan 48 in Essen. De optocht zou pas later die middag plaats vinden. Dus we hadden nog wel even tijd om het museum zelf te bezoeken. Het museum bestaat ondertussen 35 jaar. Ter ere van die verjaardag zou er later op de dag die optocht gehouden worden. In 1971 verhuisden 30 karren van Alfons Tireliren van zijn domein Kraaiendonk naar het erf van de Kiekenhoeve aan de Moerkantsebaan. Daar werd het Karrenmuseum opgericht. Ondertussen telt het museum meer dan 200 wagens en karren. Netjes opgesteld onder aparte daken staan de karren opgesteld op het terrein. Bij een groot aantal van de karren staan netjes borden met uitleg. Het aanbod karren varieert van boerenkarren, een opvouwbare kiosk, havenwagens, hondenkarren, vatenwagens, rijtuigen en nog veel meer. Het werd een leerzame dag. Het was vernuftig om te ontdekken hoe ze vroeger met omgezaagde bomen gingen sleuren van het bos naar de zagerij met een Oets, Mallejan of een Boomklik. Allemaal namen voor dezelfde kar afkomstig uit het Waasland. Of om te ontdekken wat een Malbroek is. Een Malbroek is een langkar. De legende vertelt dat het model uit het leger afkomstig is. De naam is afgeleid van generaal Malborough die met zijn leger door onze streken trok. Onder de berries, die doorlopen naar achteren toe en binnen de zijbomen liggen, staan ijzeren staanders als steun voor de kar. De Malbroek heeft zware wielen met een bandbreedte van 10 cm en 25 mm dik. De haken en ogen onder de kar bewijzen dat daar ook lasten geborgen werden in kettingen, bakken of jutten doeken met voer voor de paarden, hooi of andere lasten die onder de kap niet gewenst waren. Misschien wel omwille van hinderlijke geurtjes of zo.
Een Aardkar of Buitenslaander uit de streek van Heist op den Berg werd ook wel eens Malbroek genoemd. Toch was dit weer een hele andere kar. Kenmerkend voor deze kar is dat de berries tussen de draagbomen van de laadbak gemonteerd zijn. Bij Aardkarren uit andere streken zitten de berries aan de buitenzijde van de draagbomen van de bak. Het laadvermogen was toch een 2000 kg. De bak kan kiepen wanneer een ijzeren staaf onder de bak weggenomen wordt. De tentoongestelde kar is gesitueerd in de periode rond de tweede wereldoorlog.
Er stond ook nog een Kempense driewielkar. Vrij zeldzaam in die tijd. Want het leek eerder op een aardkar waarvan men de lamoenen en de berries had weggenomen. Op die plaats werd dan een draaimolen gemonteerd met één wiel in een schoot. Het derde wiel aan de wagen! Deze karren werden gebruikt op natte ondergrond of wanneer een drachtige merrie niet meer tussen de berries kon van een Aardkar.
En er was nog veel meer te zien, een oude Tonneau, verschillende rijtuigen, een kleurijke wagen uit Turkije, huifkarren en landbouwgereedschappen die ook door paarden getrokken moesten worden. Opvallend was een ten toongestelde foto van een driewielige kar met een paard en een koe ingespannen met gareeltuigen. Het was niet duidelijk of de koe alleen maar moest meelopen of verder ook nog een functie had. Maar wel mooi zo’n oude foto.
Toen werd het tijd dat we de route van de tocht gingen opzoeken. We reden tegen de richting in die vermeld stond op de flayers. Op een landelijke weg waar we de auto goed konden parkeren eigende we ons een plaatsje toe. Na toch nog een hele tijd wachten hoorden we de tonen van de fanfare die in de eerste kar zaten. Daar kwamen ze aan. De optocht had in het totaal 11 groepen. Allen netjes in klederdracht uit de tijd van de bijhorende kar. De karren zaten vol met figuranten, een vrijend koppeltje op de hooiwagen, een opgekleede familie in een Landauer, een pastoor bij een begrafeniswagen. Een ezelkarretje en een aantal kinderen met een 1 week oud ezelveulentje. Een melkboer met een hondenkar, kompleet met tuig. Een hoop boerenkarren en als laatste kwam de mestkar. Netjes, zoals het hoort werden de mestballen opgeschept en meegenomen door de laatste kar. De mestkar werd bestuurd aan de lange leidsels naast de kar lopend. De optocht had best wat langer mogen zijn. Het was prachtig weer en het was een leuke belevenis. Snel liepen enkele straatjes door om zo weer een eind verder de optocht nog een keer te kunnen zien. Vooral het jonge ezelveulentje had het hart gestolen van mijn kinderen. Het liet zich ook gedwee aaien.
Toen werd het tijd om huiswaarts te keren, na ons bezoekje terug in de tijd.
Willo van Berkel |